Intro - Wat is MLM - Links - Contact
Leugens en feiten - Drie Hoofdeigenschappen - Syndroom-analyse - De MLM Test
Conclusies - Voorbeeld Amway - Voorbeeld Euphony
Drie Hoofdeigenschappen van een PPS
Op basis van onderzoek, waaronder overleg met experts,
komt Jon M. Taylor tot de drie belangrijkste eigenschappen van ketting-verkoop systemen
(Product-based Pyramid Schemes, PPS's). Deze zijn: 1) Een kettingvormige hierarchie van distributeurslagen - meer dan functioneel nodig - wordt opgebouwd zonder rayonbeperking, wat leidt tot extreme "leverage" en gepercipieerde verzadiging. Het totaal van de commissies wordt hoog, zonder samenhang met efficientie en effectiviteit. Voor grote ondernemingen kan in principe volstaan worden met 5 niveau's, zoals van internationaal hoofdkantoor via nationale en regiokantoren naar uiteindelijke verkoopkantoor in een stad. Ook binnen het personeel gaat deze regel in het algemeen op: Directeur, Managementteam, Afdelingschef, Teamchef, Basispersoneel. Vaak worden in MLM's tot in het oneindige of tot bijvoorbeeld niveau 7 bonussen betaald. Het totaalbedrag wordt hierdoor zo hoog, dat de groothandelsprijzen die de moederonderneming rekent onnodig verhoogd worden. Hierdoor wordt bijvoorbeeld het product moeilijker verkoopbaar, of de te rekenen marge neemt af. Zonder rayonbeperking zorgt het MLM concept voor het ontstaan van interne concurrentie. Dit wordt zelfs aangemoedigd (je vrienden en familie zijn je eerste klanten en potentiele distributeurs!). Geen enkele andere ondernemingsvorm roept dit op. Bij franchising zou dit gevaar ook ontstaan, ware het niet dat hier juist om die reden wel rayonbeperking is (onder andere hierdoor is het entreebedrag bij franchises aanzienlijk hoger). In die zin is MLM volstrekt tegengesteld aan MLM. Een ander gevolg van het niet hebben van rayonbeperking is het ontstaan van gepercipieerde marktverzadiging. Als dit punt wordt bereikt, dan zullen mensen de "MLM kans" lager waarderen en is de kans dat ze in zullen stappen drastisch lager. Hierdoor zal het systeem instorten (er zijn geen mensen meer om het netwerk uit te breiden, waardoor de onderste lagen waarschijnlijk zullen stoppen. Hierdoor verliezen hogere distributeurs de downline, en daarmee inkomsten. Enzovoorts). Vaak worden op dat moment nieuwe markten aangeboord, bijvoorbeeld een ander land. De opbouw van een piramidevormig netwerk van distributeurs zorgt voor een extreme "leverage". Hiermee wordt bedoeld dat degene aan de top van het netwerk extreem veel meer verdient dan zij aan de bodem. Dit geldt voor iedere MLM omdat MLM juist uitgaat van de exponentiele groei die een piramidesysteem met zich meebrengt. Voorbeeld: In een netwerk waarin iedereen 5 distributeurs werft, loopt de opbouw als volgt:
Stel dat iedereen voor een bedrag producten koopt of verkoopt, zodat de upline 10 euro ontvangt. De topdistributeur zou dan 39.060 euro ontvangen, en iemand aan de bodem waarschijnlijk minder dan 100 euro (zijn berekende marge aan klanten plus bonus). In zo'n systeem ligt de nadruk dus als vanzelf op het werven van distributeurs. Hoe hard men in een bepaalde MLM ook roept dat de nadruk daar niet op ligt, het concept maakt het onvermijdelijk dat dit wel het geval is. Als het aantal lagen, waarover bonussen wordt ontvangen, beperkt zou zijn, dan zou er geen sprake zijn van extreme leverage. Echter, hierdoor zou de aantrekkelijkheid van het systeem verminderen, omdat de potentiele inkomsten veel lager worden. Het systeem zou daardoor waarschijnlijk vanzelf uitsterven. Dit is de reden dat het aantal lagen waarover bonussen wordt betaald niet beperkt wordt. 2) Relatieve Verticale Gelijkheid (RVE) in het compensatiesysteem leidt tot een nadruk op het werven van distributeurs en tot Extreme Horizontale Ongelijkheid (EHI) over het totale netwerk. Een eigenschap die veel MLM's delen is een relatief gelijke compensatie voor alle lagen in het netwerk. Dit houdt in dat het percentage dat een willekeurige distributeur zelf verdient aan de verkoop van een product (qua bonus, niet de marge die hij rekent), ongeveer gelijk is aan het percentage dat een distributeur in zijn upline voor deze verkoop ontvangt. Deze bonussen bestaan naast de directe omzetbonus ook uit diverse bonussen die enkel aan hogere distributeurs worden toegekend, zoals bonussen als een downline-distributeur binnen een bepaalde tijd een bepaald aantal klanten binnenhaalt. In sommige gevallen is de bonusstructuur dermate, dat de verdeling zelfs scheef is in het voordeel van topdistributeurs. Voorbeeld: Stel dat in een bepaalde MLM over vijf lagen wordt betaald, en dat iedereen 5% over houdt aan een verkoop:
Veel mensen zullen zeggen: dit is een eerlijke verdeling, iedereen ontvangt evenveel over de verkoop van de bodem distributeur. Wat ze echter niet direct zien is dat dit precies de manier is waarop een piramidespel werkt. Het gevolg van zo'n verdeling is het ontstaan van Extreme Horizontale Ongelijkheid. Dit houdt in dat de topdistributeurs enorme inkomsten ontvangen door de exponentiele werking van het concept, terwijl het gros aan de onderkant (>90%) weinig verdient of zelfs verlies heeft (na aftrek van kosten en aanschaf voor eigen gebruik). Een ander gevolg is wederom de nadruk die het systeem impliciet legt op het werven van distributeurs. 3) Significante aankopen of minimaal te werven aantallen distributeurs zijn nodig (of gewenst) om voor steeds hogere bonusniveau's of inkoopkortingen in aanmerking te komen. Deze eigenschap is niet altijd aanwezig, maar komt wel voor in MLM's die fysieke producten verkopen. Om een hoger percentage omzetbonus te krijgen, of om extra bonussen te ontvangen als bijvoorbeeld een distributeur binnen een bepaalde tijd een bepaalde prestatie neerzet, is het soms nodig voor een minimum bedrag in te kopen of (veel) distributeurs te werven. Bij vroegere MLM's was het soms nodig in het begin een voorraad in te slaan ("frontloading"). In het algemeen is men het er tegenwoordig over eens dat dit absoluut een signaal is dat het om een piramidesysteem gaat. Deze "verplichting" is nu dan ook min of meer afgeschaft. In plaats daarvan geeft het systeem echter door de opbouw van de bonusstructuur signalen af die voor distributeurs op hetzelfde neerkomen: om op een bepaald bonusniveau te komen, of hierop te blijven, is het nodig een minimum aan inkopen te doen, waardoor een voorraad ontstaat. Met name als er (tijdelijk) geen klanten worden gevonden is de kans groot dat de distributeur zelf extra aanschaft. Daarnaast zijn er vaak extra bonussen voor distributeurs die "de juiste mensen" in hun netwerk incorporeren. Als bijvoorbeeld een downline distributeur binnen één of twee maanden 10 klanten plus een nieuwe distributeur werft, dan ontvangt de upline hierover een bonus (10 tot 140 euro bij Euphony). Hier is dus duidelijk sprake van een signaal vanuit het systeem om distributeurs te werven. En zoals bekend, beloning van bepaald bedrag lokt dat gedrag uit. Conclusie: Een MLM systeem dat deze kenmerken heeft, kan als Product-based Pyramid Scheme worden geclassificeerd. Het wordt hoog tijd dat de wetgever op basis van dergelijk onderzoek en dergelijke conclusies ingrijpt en strenge eisen stelt aan deze systemen. Op basis van zijn onderzoek en de daaruit opgestelde hoofdeigenschappen stelt Taylor een "syndroom-analyse" voor. Hij noemt hierbij 28 symptomen van PPS's. Hoe meer symptomen voorkomen bij een bepaalde MLM, hoe groter de kans dat het om een piramidesysteem gaat. De symptomen en een korte uitleg vind je hier. |